De verkiezingen zijn achter de rug. Nu breekt de tijd van coalitievorming aan. Stichting Eerlijk Eten uit de Streek, Vereniging Eemland300, Gebiedscooperatie Eemland, de MansholtCampus en stichting SDGHUB hebben gezamenlijk een Tien Punten Plan Regionale Voedsel- & landbouwvisie Eemvallei opgesteld en dit aangeboden aan de nieuw verkozen raadsleden. In onze optie is het van groot belang om ook in onze regio te zorgen voor een duurzame landbouw- en voedseltransitie.
Vanuit het nieuwe kabinet wordt momenteel beleid geformuleerd op het gebied van landbouw en natuur. Dit zal zijn weerslag hebben op gemeentelijk niveau. De gemeente heeft vanuit haar omgevingsvisie, ruimtelijke ordeningsbeleid, grondbeleid, subsidies en netwerkfunctie veel invloed op het tempo waarmee de verduurzaming van het landbouw kan plaatsvinden.
In het Tien Punten Plan Regionale Voedsel- & landbouwvisie Eemvallei staat onze visie op dat wat de gemeente kan doen om de landbouw- en voedseltransitie te versnellen. We vragen daarbij met name om een duidelijke keuze voor het ondersteunen van agro-ecologische landbouwinitiatieven en gemeenschapslandbouw en samenwerking in de regio.
Tien Punten Plan Regionale Voedsel- & landbouwvisie
Wat vragen we het gemeentebestuur?
1. Ontwikkel integraal voedselbeleid gebaseerd op de agro-ecologische ontwikkeling van het platteland, met veerkracht voor klimatologische veranderingen en een focus op duurzame, gezonde, eerlijke en lekkere kwaliteitsproducten voor de regio. En ontwikkel een bijbehorende voedselstrategie gericht op het realiseren van gestelde beleidsdoelen. Integreer dit in de omgevingsvisie van de gemeente.
2. Creëer handelingsperspectief voor zowel boeren en producenten als burgers door een regionaal voedselsysteem te ondersteunen waarbij boeren, burgers en andere belanghebbenden gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen om de vraag naar en het aanbod van duurzaam lokaal geproduceerd voedsel te vergroten en op elkaar af te stemmen.
3. Stimuleer hagen, poelen en bomen in het landschap, bijvoorbeeld aansluitend aan percelen met bestaande bebouwing. Geef ruimte voor de productie van noten, peulvruchten, paddenstoelen, fruit en hakhout teelten. Stimuleer minimale grondbewerking en organische bemesting, korte ketens, gemengde- en diverse landbouwbedrijven. Stimuleer agro-ecologische landbouwpioniers.
4. Sta nieuwe bestemmingen toe in het ruimtelijke ordeningsbeleid voor diverse vormen van boer-burger initiatieven, gemengde bedrijven, kleinschalige verwerking van voedsel (boerenkaas, boerenijs, zuivelaars, bakkerij), kleinschalig aanbod van voedsel (voedselcoöperaties, afhaalpunten, dorps/wijkwinkels, marktplaatsen, theetuinen, huiskamerrestaurants) en initiatieven voor kleinschalig toerisme. Sta creativiteit toe bij de herbestemming van leeggekomen boerderijen en stallen.
5. Zet door gemeente aangeboden pachtgronden specifiek in voor agro-ecologische landbouw. Stel voorwaarden aan de pacht omtrent verbetering biodiversiteit, bodem- en waterkwaliteit. Bied langjarige pachtcontracten en bedrijfszekerheid om deze investeringen mogelijk te maken. Behoud gemeentegrond in gemeenschappelijk eigendom.
6. Ondersteun in ieder regio een kennis- en informatiecentrum voor duurzame plattelandsontwikkeling waar boeren, producenten, maar ook burgers, ngo’s, overheden en wetenschappers kennis kunnen opdoen, uitwisselen, testen en ontwikkelen. Met daarbij expliciete aandacht voor het ontwikkelen van aanbod van, vraag naar en marktplaats voor duurzame lokale kwaliteitsproducten.
7. Zet instrumenten in om de waarde van biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid, dierenwelzijn, werkgelegenheid, het voorkomen van de uitstoot van broeikasgassen of juist de vastlegging van koolstof, versterking van sociale cohesie en gemeenschapsvorming ook financieel tot uitdrukking te brengen. Stuur met gemeenschapsgeld op die gewenste uitkomsten.
8. Ondersteun de consumerende inwoner bij het maken van duurzame keuzes. Wijs met behulp van campagnes op het belang van agro-ecologisch geproduceerd eten uit de buurt, onbewerkt, van het seizoen. Geef als ‘launching customer’ zelf het goede voorbeeld. En draag bij aan het ontwikkelen van een ‘true cost’ methodiek om schade aan de natuur in de kostprijs van producten te verwerken.
9. Laat jongeren kennismaken met gezond lokaal voedsel. Laat schoolkinderen in contact komen met boeren in de buurt, hun land en hun producten en leer ze zelf eten te produceren en bereiden.
10. Zet in op het behoud van veenweidegebieden, voorkom daarmee uitstoot van broeikasgassen en erken de waarde voor weidevogels en biodiversiteit. Ontwikkel met waterschappen en boeren een peilbeheer dat zo snel mogelijk een einde maakt aan het verlies van veen. Ontwikkel met burgers, boeren en ondernemers alternatieven voor een agro-ecologisch gebruik van deze gronden met een goed verdienmodel voor boeren.